Overlegtafel Mentale Gezondheid groot succes

dinsdag 16 december 2025

Elke donderdag overleggen professionals uit de zorgen het sociaal domein in MooiMaasvallei over mensen met psychische klachten en bijkomende problemen. Het gaat om mensen waarvan vaak niet direct duidelijk is waar ze het best hulp of zorg kunnen krijgen. Deze Overlegtafel blijkt een succes. Tot nu toe is al voor 37 mensen een advies uitgebracht.

In het Integraal Zorgakkoord (IZA) staat dat huisartsen, organisaties uit het sociaal domein en de ggz mentale gezondheidsnetwerken moeten vormen, onder meer om het aanbod voor mensen met complexe problemen te verbeteren. Een van de manieren om de samenwerking tastbaar te maken, is een zogeheten domeinoverstijgend casusoverleg, ofwel de Overlegtafel Mentale Gezondheid. Tijdens dit overleg bespreken professionals uit verschillende organisaties mensen die tussen wal en schip dreigen te vallen.

Gedeelde verantwoordelijkheid
Vanuit de Landelijke Stuurgroep Toegankelijkheid & Wachttijden ggz hielpen Sylvia Schutte, secretaris, en Martijn Mahler, lid van het uitvoeringsteam en bedenker van de Overlegtafel, bij de opzet van de Overlegtafel in de MooiMaasvallei. “De kracht van de Overlegtafel zit vooral in het gedeelde eigenaarschap. Als je elkaar kent, wordt een probleem niet automatisch ‘van de ander’,” zegt Schutte. “Je voelt je samen verantwoordelijk om na te denken over een oplossing.”
Ook maakt de Overlegtafel beter zichtbaar wie bepaalde expertise in huis heeft, legt Mahler uit: “We zien vaak dat zorgverleners al maanden aan het zoeken zijn naar de juiste ‘plek’ voor een cliënt of patiënt. Dat komt doordat organisaties meestal maar een deel van de oplossing hebben. Bijvoorbeeld wel verslavingszorg, maar niet voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB). Door de Overlegtafel ga je beter zien wat het aanbod is van de organisaties. Een oplossing kan bijvoorbeeld zijn dat organisaties samen aan de slag gaan. De een met de verslaving en de andere met de andere problemen.”

Spelregels
Anne Peeters is voorzitter van de Overlegtafel MooiMaasvallei die in mei van dit jaar is gestart. “Wekelijks overleggen we een half uur met zo’n twaalf personen, onder andere uit de huisartsenzorg, ambulante begeleiding, basis-ggz, het sociaal domein, welzijn, specialistische ggz en de VVT. In principe geldt de regel dat er altijd iemand van de deelnemende partij aanwezig is; als de vaste deelnemer niet kan, zorgt hij of zij voor vervanging. Alle professionals uit zorg en welzijn in de regio kunnen een complexe casus inbrengen met een digitaal formulier. Dat gaat anoniem, de naam en gegevens van de inwoner worden niet gedeeld. De professionals die een casus aandragen, weten vaak niet wat een goede volgende stap is. Of ze weten dat wel, maar moeten door wachttijden op zoek naar een andere optie. Degene die de casus heeft ingebracht, sluit kort aan en licht de casus toe. Er moet altijd een concrete vraag zijn. Wat is passende vervolghulp? Waar kan ik die vinden? Inbrengers kunnen ook een verzoek doen om een specifieke organisatie te laten meedoen met de Overlegtafel. Bijvoorbeeld de verslavingszorg.”

Huisartsen
Huisartsen en praktijkondersteuners ggz leveren verreweg de meeste casuïstiek aan bij de Overlegtafel. Zij zien geregeld inwoners met complexe problematiek op hun spreekuur. Een landelijk verschijnsel, weet Martijn Mahler: “We zien dat overal: huisartsen worstelen echt met patiënten die elke keer weer terugkomen. Zolang er geen oplossing is, blijven ze in beeld.
Saskia Benthem, huisarts in Afferden en als kaderhuisarts ggz verbonden aan Syntein, herkent dat uit haar dagelijkse praktijk: “Als een patiënt pijn op de borst heeft, is duidelijk naar wie ik kan verwijzen, maar in de ggz is het aanbod versnipperd. De kracht van de Overlegtafel is dat al die verschillende partijen met hun verschillende expertiseachtergronden en perspectieven aan tafel zitten. Zo krijg je invalshoeken te horen waar je zelf nog niet aan had gedacht en een veel beter zicht op het aanbod in de regio. De gedeelde verantwoordelijkheid is ook prettig. Dat een psycholoog bijvoorbeeld zegt: Meld die patiënt maar bij mij aan.”

Geen oplossing? 
Een oplossing is er niet altijd direct, geeft Peeters toe. “Maar er komt wel altijd een advies uit. Heb je hier al eens aan gedacht? Bel die organisatie eens. En sinds MEE is aangesloten, zien we dat er vaker cliëntondersteuners ingeschakeld worden. Zij helpen mee met het regelwerk, naast de huisarts of POH. Daar zijn we heel blij mee!”
De eerste evaluatie was dan ook heel positief, vertelt Peeters. “De samenwerking kwam als grootste succes uit de bus. De sfeer is open en iedereen wil graag meedenken en -helpen.” 
Schutte en Mahler zagen dat ook: “In de regio was de samenwerking tussen organisaties al goed. Daardoor landde de Overlegtafel op vruchtbare bodem”, zegt Schutte. “In totaal heb ik veertien Overlegtafels helpen implementeren en daardoor weet ik dat die goede samenwerking verre van vanzelfsprekend is”, zegt Mahler. “Wat we vaak merken, is dat de grote instellingen wantrouwend worden bekeken. Andersom vinden de grote instellingen vaak van ‘de kleintjes’ dat ze niet thuisgeven. In MooiMaasvallei merkten we al bij de startbijeenkomst dat partijen vertrouwen in elkaar hebben. Er was dus ook geen discussie over het nut van de Overlegtafel, iedereen vond het fijn en handig”.


Kort en krachtig
Mahler denkt dat de Overlegtafel ook zo’n goed middel is door zijn pragmatisme: “We zijn best veel bezig met ontwikkelingen in de toekomst, vaak grote concepten die ver van ons af staan. De Overlegtafel is makkelijk in te passen in een werkweek vanwege de kleine tijdsinvestering en zorgt voor oplossingen op korte termijn.”
Huisarts van Benthem is het daarmee eens: “Vaak hebben we maar een paar minuten per casus, maar doordat iedereen goed is voorbereid, gaat dat heel goed. En een half uurtje Overlegtafel past ook nog wel in een druk spreekuur. Onderaan de streep bespaart het me zelfs tijd omdat ik niet meer eindeloos hoef rond te bellen.”
Ondanks alle positieve ervaringen ziet Peeters nog ruimte voor verbetering: “We bespreken nu vooral casussen waarbij opschaling nodig is. Het zou mooi zijn als we ook casussen krijgen waarbij juist afschaling mogelijk is. Bijvoorbeeld vanuit de specialistische ggz naar welzijn. We hopen dat de ggz-instellingen en vrijgevestigde psychologen hier meer oog voor krijgen.”

Terug naar nieuwsoverzicht